Wil jij schrijven? Maar komt het er steeds niet van? Of probeer je het wel maar krijg je geen letter op papier? Of hooguit een paar zinnen? Dit verhaal gaat daarover. waarom het schrijven misschien niet lukt terwijl je wel wilt schrijven. En natuurlijk vertel ik je ook meteen de heel eenvoudige oplossing.
Het was zo’n dag waarop ik al veel moest, van mezelf, en niks wilde zoals ík het graag wilde. Er kwam niks uit mijn vingers. Ik liet me niet van de wijs brengen en besloot toch even een gedicht in te spreken, van een dichteres, met mijn webcam. Maar wat ik ook probeerde, de webcam weigerde dienst. Het lampje dat voor de vakantie zo opgewekt blauw had gebrand bleef uit. Ik keek in het menu, zocht bij de software-updates, dook onder mijn bureau, verwisselde stekkertjes en usb-kabels maar niks hielp. En na een uur prutsen was ik er ineens klaar mee. Ik voelde me een mislukkeling. ‘Ik heb net een halfjaar een nieuwe webcam, ik heb dat net allemaal mooi geregeld en nu zit ik met lege handen.’ Een dramatische reactie, maar ik zei het al, het was zo’n dag waarop niks wilde zoals ik het wilde. Ik kon mezelf niet in de goede stand krijgen. Ik besloot de opname en de webcam maar even te laten rusten.
Ik had mezelf ook beloofd dat ik die dag zou schrijven. Het leek me dat ik niks zinnigs te melden had, en de weerstand was groot. Maar beloofd is beloofd, dus ik installeerde me achter de computer, en schreef. Ik weet werkelijk niet meer wat ik allemaal schreef, waarschijnlijk over al die stekkertjes, en dat blauwe lampje, en waarom de techniek me toch zo in de steek liet, het maakte niet uit, ik schreef. En ineens was het genoeg geweest met die webcam, ik schreef over heel andere dingen.
Ik schreef over de ontdekking van het allersnelst bewegende deeltje in het universum, waarover ik die ochtend gelezen had. En over de rondtollende restanten van ontploffende sterren in ons sterrenstelsel waarin dat deeltje zich bevond. Ik had plezier in die gekke wereld waarin wij leven terwijl ik schreef. En ineens voelde ik ruimte in mezelf vrijkomen en schreef op: ”ik ben een knalerwt”. Ik grinnikte. Ik wist mij een knalerwt temidden van dit grote universum. Plotseling stond ik niet meer alleen in mijn gedoetjes van de dag. Ik maakt weer onderdeel uit van het grote geheel. Weliswaar als knalerwt maar een knalerwt heeft ook recht van bestaan! Mijn frustratie was gezien én gerelativeerd. Dat is het wonder van schrijven.
Wat in jou leeft wil gezien worden. Meer heeft het niet nodig, het wil worden waargenomen. Als je schrijft en jezelf innerlijke toestemming geeft om werkelijk vrijuit te gaan, kom je uiteindelijk altijd in die diepere laag terecht en sta je dus stil bij alles wat er in je omgaat, zoom je in op de dingen die je hebt ervaren. En dat geeft onmiddellijk innerlijke rust én innerlijke ruimte. Schrijven heeft een diep én licht effect. Het is die diepste laag die (even) gezien wil worden, die vervolgens de rest van de dag kalm en tevreden is, zoals meditatie dat ook doet. Schrijven is mindful.
Toch kan je makkelijk weerstand voelen om te schrijven, want het kost tijd! Je staat stil bij wat er in je omgaat, dus je vertraagt. En je wilt misschien vooruit! En snel! Er moet nog zoveel gebeuren! Het grappige is dat als je toch die tijd neemt, in de vertraging eigenlijk ook altijd de versnelling zit. Doordat je inzoomt, doorgrond je beter hoe het voor jou in elkaar steekt, en kan je vervolgens adequater handelen. Je schenkt aandacht aan alles wat er is, en dat geeft meteen ruimte. Je staat weer onbelaster in de wereld. En al weet je dat allemaal, dan kan het nog lastig zijn om daadwerkelijk te gaan schrijven.
Het innerlijke misverstand met schrijven is vaak dat je denkt dat je al vóórdat je gaat schrijven moet weten wat je wilt gaan schrijven. Je zou je daardoor makkelijk kunnen laten afschrikken. Bijvoorbeeld met een vaag gevoel dat je toch niks te zeggen hebt. Dat kan dan ongeveer klinken als één van deze zinnetjes:
– ik heb toch niks te zeggen
– ik weet niet hoe ik moet beginnen
– ik weet niet wat ik wil zeggen
– het is niet belangrijk wat ik wil zeggen
– het maakt niet uit wat ik wil zeggen
– ik kan helemaal niet schrijven
– schrijven is meer voor anderen
– ik ben niet creatief
– ik heb geen idee of ik iets te zeggen heb
– ik was vroeger al niet goed in schrijven (opstel) op de basis/middelbare school.
– ik moet eerst nog een inhoudsopgave van mijn boek maken
– etc
Met deze zinnen in je hoofd kan je heel makkelijk in een cirkeltje terechtkomen. Je weet niet wat je wilt schrijven, denkt jouw belemmerende zinnetje(s) en dus ga je niet schrijven. En toch heb je nog steeds dat verlangen om te schrijven of er is een stemmetje dat zegt dat het echt goed is als je gaat schrijven (voor je werk bijvoorbeeld). En dat verlangen blijft, want wat in jou zit wil nog steeds gezien worden. Maar ja, je weet immers niet wat je te zeggen hebt of hoe je het wilt aanpakken. En zo wordt je een molentje van schrijfverlangen en belemmerende zinnen. Dat kan eindeloos blijven knagen (ik spreek uit ervaring, argghhhh).
En dat is het misverstand in volle omvang. Je komt er juist achter wat je wilt zeggen TIJDENS het schrijven. Als je aan het schrijven bent, openbaart zich wat je wil zeggen. Niet in één klap misschien maar zeker wel zin voor zin.
Er is een heel simpele oplossing en dat is: gaan schrijven. Simpelweg gaan zitten en de woorden laten komen zonder dat het meteen iets goeds of belangrijks moet zijn. Als je gaat schrijven, zelfs als je niet weet hoe of wat, dient zich vanzelf aan wat jij wil zeggen. Dat geldt voor schrijven over je belevenissen van de dag, én dat geldt voor je roman, je gedicht, je blogs, je kennis over je werk. Wat jij te zeggen hebt, jouw waardevolle innerlijke waarheid, komt altijd aan het licht.
Het belangrijkste woord daarbij is ‘veiligheid’. Het is de kunst dat alles er van jezelf mag zijn: de d- en t-fouten, de onhandigheid die je misschien voelt als je schrijft, het niet-weten waar het zit en toch schrijven. Het is ook het allerfijnst als dat er allemaal mag zijn. Soms komen er dan dagenlang alleen to-do-lijstjes, of schrijf je steeds weer over iets dat je al een tijdje dwarszit, of waar je juist zo blij mee bent. De dingen willen allemaal gezien worden, een plekje krijgen. Heb daar vooral geen oordeel over, want het is toch ook handig dat je nu die lijstjes eindelijk op papier hebt?
En dan ineens breekt door wat jij wilt zeggen. Je ontdekt bijvoorbeeld dat je een knalerwt bent. Ook dat doorbreken kan weer in horten en stoten plaatsvinden, maar er komt iets aan het licht. Je vindt een paar zinnen, een rood draadje. En als dat rode draadje aandacht krijgt, heb je het begin te pakken van wat jij wilt zeggen. En terwijl je schrijft verstevig of herstel je met al je schrijven de connectie met jezelf en met de wereld. Zo kan jouw rode draadje uitgroeien tot jouw boek of blog of poëziebundel, of elke vorm die bij jou past.
Je hoeft dus eigenlijk alleen maar te gaan zitten en te beginnen met schrijven…
Veel succes en plezier, Heleen
De illustratie is van dochter Vlin (15 jaar). Dankjewel Vlin
0 reacties