En ineens is het stil. En zijn mijn klanten die ik coach bij het schrijven al weken lekker aan het schrijven, en heb ik even tijd om na te denken. Elke keer zie ik dat schrijven al na één gesprek zoveel makkelijker gaat ook al werken ze aan heel verschillende projecten – een roman, verscheidene expertiseboeken, blogs – en toch geldt dit elke keer. Waar zit hem dat nou toch in?
Ik denk eigenlijk dat het verhaal dat je wilt vertellen elke keer dichterbij is dan je denkt. Dat je denkt dat je je uit moet strekken om je verhaal te vertellen, dat je groter moet zijn, wel goed genoeg moet zijn, ergens naar moet reiken, alsof het zich net buiten jezelf bevindt, of alsof het zich in je abstracte hoofd bevindt. Je hebt ook het gevoel dat je aan het werk moet, dat je je in moet spannen. Het heeft misschien zelfs iets ingewikkelds en een vermoeden van onhaalbaarheid om je verhaal op te schrijven. ”Ik wil het wel schrijven maar het is natuurlijk wel een groots plan, een beetje overmoedig, dat weet ik zelf ook wel. Ik moet echt op mijn tenen staan maar als ik nou heel hard mijn best doe dan lukt het misschien wel.”
En met al die gedachten en onbewuste beelden kan je zomaar over het hoofd zien dat het verhaal heel dichtbij je is, dat het zich in je bevindt, dat je daar eigenlijk heel veel taal voor hebt, voor dit verhaal. Spontane taal, het is het verhaal dat je vanzelf vertelt.
Ik zag het bij een klant die ik mag begeleiden. Het wordt een prachtig boek over een specifiek vakgebied (ik hoop het je ooit met naam en boektitel te kunnen vertellen als het boek is verschenen maar privacy is ook veel waard). We zitten aan tafel en kijken samen naar de tekst die ze al heeft geschreven en die ze te wetenschappelijk vindt. Wat zit haar precies dwars? En waar gaat het verhaal in de kern eigenlijk over? We zoeken samen naar de passende toon voor het verhaal. En ergens op bladzijde 28 staat een zin die bij mij diepe ontroering oproept. Ik had het al gemerkt bij het voorbereiden van de tekst. Er was ontroering die ik niet meteen kon plaatsen. Het is een zin waarachter ik een verhaal vermoed. Voorzichtig vraag ik naar de zin. En inderdaad zit in die zin een heel levensverhaal verscholen. Ik bied papieren zakdoekjes aan en we blijven samen even stilstaan bij wat dit allemaal oproept en luisteren daarna samen naar het verhaal dat zich ook nu als vanzelf vertelt. Een verhaal waar ook veel belangrijke details bij horen, omdat we het dan voor ons zien. Ik wil er eigenlijk alles maar dan ook alles over weten. Door haar verhaal kan ik de wereld een stukje beter begrijpen, een mens naderen. Dit is het verhaal wat verteld moet worden.
Nu we dit verhaal ontdekken, blijkt het de drijvende kracht van het boek. Ineens snap je als lezer nu de drijfveren van het boek en dán ineens heeft het hele boek een diepe samenhang. Het wordt zelfs een boek dat een heel vakgebied op kan tillen. En de volgorde van het boek, iets wat vaak zo ingewikkeld lijkt, ontvouwt zich met dit diepe verhaal vanzelf.
Het verhaal was er aldoor maar het leek niet belangrijk. Je ziet het gewoon over het hoofd omdat het zó dichtbij is. En nu krijgt het in dit boek de plek die het verdient, het wordt de opening van het boek en is de metafoor voor het hele boek.
Ben jij ook aan het schrijven? En heb je het idee dat het niet echt heel makkelijk gaat? Voel je of denk je dat het misschien wel makkelijker kan? Vertel dan eens aan een vriend of vriendin die van luisteren houdt waarom je dit boek of dit blog zo graag wil schrijven. Laat hem of haar vragen stellen en ergens hoor je waarschijnlijk ineens je stem veranderen, je komt ineens in je spontane verhaal. Het verhaal dat jij vanzelf vertelt. Als je het nu opschrijft, zoals je het ook spontaan vertelde, hebt je jouw verhaal op papier, het verhaal dat echt dichtbij is. En dat wil iedereen heel graag lezen. Iedereen wil graag dichtbij zijn. Dat is mensen eigen. Heel veel succes!
0 reacties