Waar is Lola?
Poezen communiceren op hun eigen manier. Het is misschien ondoorgrondelijk hoe het werkt, maar het werkt. En zo is het ook met schrijven en lezers. Dit is een verhaal over poezen en de sensitiviteit van de lezer.
Afgelopen week mocht ik even weer passen op de poezen Lola en Cato die ruim vijf jaar bij ons thuis hebben gewoond. Door allergische klachten móesten ze destijds echt weg, we hebben het afscheid lang uitgesteld maar er was geen andere oplossing. Nu wonen ze in een huis (vlakbij ons huis) waar ze ook weer zo geliefd zijn, het kan niet beter! Ik ga er heel graag op bezoek maar veel van de poezen zie ik dan niet. Ze schieten weg zodra ze mij horen of ruiken. Mijn theorie is dat poezen één hechtingsplek in hun hersens hebben, en dat die nu bezet is met de nieuwe mensen. Als ik binnenkom ontstaat er een error in hun poezenhoofd. Een soort groot rood kruis. Maar ja, nu kwam ik oppassen en brokjes geven. Cato vond het eten belangrijker dan haar angst en kwam al snel tevoorschijn en at haar brokjes op maar Lola liet zich niet zien. Ik doorzocht het hele huis om het bakje naast haar verstopplek te zetten maar zag haar echt nergens. Wat nu? Ik kon de brokjes voor Lola niet gewoon neerzetten en weggaan want Cato keek al verwachtingsvol naar me op en zou ze zeker zo opschrokken. Ik was niet in de gelegenheid om de hele avond te blijven wachten en vroeg me ook af hoe succesvol dat zou zijn. Ik deelde mijn dilemma met Cato: ”Cato, je zus moet ook brokjes eten, maar ik kan haar niet vinden. Kan je me helpen? Waar is Lola?” Cato schoot rrrroef de trap op, en rende voor me uit naar de logeerkamer. Ik doorzocht de logeerkamer, maar geen Lola. En dus weer naar beneden. Nu vond ik het wel onhandig worden, want ik wilde Lola niet zonder eten de nacht in laten gaan. ”Hmm, Cato, ik weet het echt niet. Wat moeten we nu? Je zusje móet eten, kan je me helpen, waar is Lola?” En weer schoot Cato als een pijl uit een boog omhoog de trap op, weer naar de logeerkamer. Ik besloot het bakje daar neer te zetten en ging weer met Cato naar beneden zodat Lola zich hopelijk veilig zou wanen en tevoorschijn zou durven komen. Ik hoorde al snel heel zacht wat gerammel en getrippel boven ons hoofd en even later was het bakje leeg. Ze bleek ongelofelijk goed verstopt te zitten. Bij mijn vertrek vertelde ik Cato dat ik de dag erna weer zou komen. Ze keek schichtig, de schouders een beetje gedraaid, klaar om weg te rennen, en bleef op afstand. Toch een tikje bang voor me. Ik realiseerde me, nu alles opgelost was, dat ze me echt terzijde had gestaan en zei: ”En dankjewel dat je me zo goed geholpen hebt bij het vinden van Lola, super!” Op het moment dat ik me mijn dankbaarheid realiseerde en hierover begon te praten, rende ze naar me toe en gaf kopjes. Tja, je kan hier natuurlijk van alles over zeggen en vinden, maar je ziet wel dat communicatie op heel veel niveaus werkt. Het bijzondere is dat dit met schrijven en lezen ook plaatsvindt. Als je opschrijft hoe iets voor jou was, hoort de lezer vaak veel meer in jouw tekst dan jezelf beseft en dan je er zelf expres hebt ingestopt. De lezer is echt heel sensitief. Daarom hoef je ook niks ”mooi” te maken. Of je best te doen om iets in een tekst te stoppen. Je hoeft alleen maar vrijuit te schrijven. Als het ware schrijven zoals je praat. Wat je wil zeggen reist vanzelf met jou mee naar je tekst. Ik weet niet wat ik precies heb gecommuniceerd met Cato. Was het de naam van Lola? Mijn vragende houding? Een klank in mijn stem? Of het bakje dat ik in mijn hand hield? Iets heel anders nog? Ik zal het nooit weten, ik weet alleen dat ze de essentie van de situatie aan mij heeft ervaren. |
Dankjewel voor het lezen van mijn blogs, ik vind het leuk om ze voor je te schrijven. Wil je me volgen? Hiernaast kan je je inschrijven, dan ontvang je ze ook per mail. Tot volgende keer!
***
Wil jij reageren? Over poezen (en andere dieren) of communicatie? Welkom bij de comments:
0 reacties